In Jip en Janneketaal : ...afgehard...!
In de laatste week van een Grote Ronde komt het aan op karakter en niet zozeer meer op talent en aanleg, geluk of ploegentactiek. Wie dan nog het meest in zijn reserve kan tasten zal de koers uitrijden of hoog eindigen, desnoods op het tandvlees. Zoetjesaan ga ik richting finale in mijn Grote Jubileum Ronde van 25 jaar dienstverband. En er zit nog wel wat in de tank. Eigenlijk word ik alleen maar beter. Of moet ik zeggen dat ik minder snel verslijt dan de rest. Dat is mijn gave.
De pure snelheid is er een beetje af die ik had als beginnende coureur en jonge arbeidskracht. De versnelling die ik toen in huis had is omgezet in ervaring, gekoppeld aan slimheid, een fantastische inhoud en vooral taaiheid. Vooral dat laatste is een wapen. Ziek zijn doen we niet aan en geen enkele blessure heeft me (lang) van de Bianchi gehouden op een luttel keertje niersteen na. Als nestor in mijn ploeg ben ik er fier op. Als nieuweling op de grading trapte ik vaak op mijn adem om me te bewijzen. Dat ik dan te hard op kop reed of te wild met mijn krachten smeet werd me dan regelmatig op niet zachtzinnige wijze ten gehore gemaakt. Dat was (spijker)hard maar fair. Dat zoetsappige gepoch is niets voor mij.