09 augustus 2024

Gustav´s #19

In Jip en Janneketaal :    ...afgehard...!

In de laatste week van een Grote Ronde komt het aan op karakter en niet zozeer meer op talent en aanleg, geluk of ploegentactiek. Wie dan nog het meest in zijn reserve kan tasten zal de koers uitrijden of hoog eindigen, desnoods op het tandvlees. Zoetjesaan ga ik richting finale in mijn Grote Jubileum Ronde van 25 jaar dienstverband. En er zit nog wel wat in de tank. Eigenlijk word ik alleen maar beter. Of moet ik zeggen dat ik minder snel verslijt dan de rest. Dat is mijn gave. 

De pure snelheid is er een beetje af die ik had als beginnende coureur en jonge arbeidskracht. De versnelling die ik toen in huis had is omgezet in ervaring, gekoppeld aan slimheid, een fantastische inhoud en vooral taaiheid. Vooral dat laatste is een wapen. Ziek zijn doen we niet aan en geen enkele blessure heeft me (lang) van de Bianchi gehouden op een luttel keertje niersteen na. Als nestor in mijn ploeg ben ik er fier op. Als nieuweling op de grading trapte ik vaak op mijn adem om me te bewijzen. Dat ik dan te hard op kop reed of te wild met mijn krachten smeet werd me dan regelmatig op niet zachtzinnige wijze ten gehore gemaakt. Dat was (spijker)hard maar fair. Dat zoetsappige gepoch is niets voor mij.

Niet alleen fysiek werd ik beter, ook mentaal. Mijn verbale uitspattingen om mijn excentrieke (koers)gedrag te verdedigen werden bijgespijkerd. Opgeteld met een dito opvoeding thuis vanuit de ouderlijke boerderij kreeg ik steeds meer body. Steeds verder afgehard. Het babyvet er afgetraind. 

Een begrip wat laatst nog uit een groepsbespreking naar voor kwam binnen mijn team op de grading. Komend uit een generatie die moest knokken voor een plekkie in de ploeg moeten we nu maar blij zijn dat de huidige (gepamperde!?) jonge generatie voor ons wil acteren. Jip en Janneketaal? Zo lijkt het dan toch! De ploeg is kleiner geworden. Aanstormend talent is met een loep te zoeken. En als ze er zijn behoeven ze een fluwelen behandeling. De jonge veulens zouden de oudere bokken in het vak uit de wind moeten houden in de meest zware passages onderweg. En niet andersom. Ze zouden juist moeten trappelen om ons er af te rijden, alle hoeken van de Grading moeten laten zien van fanatisme. Zodat wij ze nu op onze beurt zouden moeten intomen. Maar niets is minder waar. Ze wachten af tot anderen (de meer ervaren rotten) de kastanjes uit het vuur slepen. Ze hebben geen benen om door de pijn en vermoeidheid te bijten om beter te worden en aan te sluiten bij een (kop)groep die voor de prijzen gaat. De motivatie lijkt verzopen in mentaliteit om zich te profieleren. Liefst freewheelend met de handjes losjes op het stuur in plaats van onder in de beugel. Geen volle bak, maar halve koersjes, want een volle baan is blijkbaar te veel zware etappes en is er verlangen naar meer rustdagen in grote koersen...Jonge krachten komen (te) laat of laten het lopen. Tot mijn grote spijt. Dan gaan ze het niet redden in de keiharde topsport en ook niet in het ruwe verwerkingsproces van onze aardappelen. Grondstof die ook afgehard moet zijn, want hoe teerder het schilletje hoe zwakker. Om uiteindelijk niet geselecteerd te worden door ziekte, beschadiging of gewoon niet voldoende ontwikkeld. Geen body, geen kennis en vooral geen taaiheid om loodzware koersomstandigheden te weerstaan. Eraf gereden worden is wat rest...als kleine jongetjes...te licht bevonden en uitgeselecteerd als grondstof met een te laag onderwatergewicht. 

Het frappante is dat ze het niet eens lijken te deren. Jonge gasten waarmee we moeten doorselecteren. Ze nemen zelden initiatief, sterker, ze zoeken naar uitvluchten in van alles en zoveel wat wij als broekies niet aan durfden te dragen, bang om af te gaan of om zonder pardon uit de ploeg gebonjourd te worden. Want er moet godver gewoon gereden worden (voor je geld)! Aan mooi weer fietsers hebben we geen gebrek en dan is het ook nog meestal vergemakkelijkt met ondersteuning op een ebike. Gelukkig zijn er altijd uitzonderingen die wel met de kop in de wind willen rijden of een nat pak durven halen. Feit is wel dat er in 25 jaar tijd veel veranderingen zijn in mentaliteit. Daar kan je veel factoren voor bedenken. Diepgewortelde die niet één twee drie zullen veranderen. In onze ploeg spreken we onze eigen taal. Doorgewinterde nog niet eens zo oude knarren die al vele kilometers door de wielen hebben gebatst onder de meest uiteenlopende omstandigheden. In een steeds dunner wordende bezetting. Gaten die we meer en meer zelf moeten dicht poefen. De ploegleiding laat ons meer en meer aan het lot over, doordat die tak simpelweg teveel managers aan boord heeft die na eindeloos overleg struikelen over hun plannen en schema's die in praktijk al kraken voor ze ingezet worden. Echter wij, nomaden van de strijd in de arena, geven niet af. Afgehard tot in de diepste vezels. In een eigen ontwikkelde Jip en Janneketaal waarin ik als nestor vele pedaalslagen aan heb mogen bijdragen. Een taal waarin koers de mannen van de jongens scheidt. Soms moet je gewoon harde maar faire woorden gebruiken, kort en krachtig. De originele Jip en Janneketaal is voor (de) kleintjes toch...?

Of ik nu leegloop over bepaalde ontwikkelingen? Enige wat leeg kan lopen zijn de tubes van de Bianchi wat je tegenslag kan noemen in het najagen van hoog gestelde rendementen. Zelf zit ik nog boordevol ambities, juist daarom geef ik er nog eens een patat op in mijn eindsprint richting de finale naar het 25 jarig jubileum. Zonder omkijken ga ik met grote voorsprong mijn palmares met gouden rand inlijsten. Het goud dat mijn ploegmakkers en eenieder die dicht bij onze ploeg staat weergaloos zal laten schitteren. Dat is pas ondersteuning, uit het juiste hout gesneden!

augustus 2024, koerswerkersdag! 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Meest gelezen blogs