19 augustus 2024

Gustav´s #20

Boorolie

Het is en blijft een eeuwige discussie, pauzes op het werk én als coureur. Bakkie doen, eten. Hoe lang, wanneer en hoe vaak? In ons eigen zitje op de Grading. Hoeveel rust moet je als renner pakken om je optimaal te voelen en te presteren? Tussen de grote ritten, tijdens intensieve trainingsblokken, maar ook in de koers zelf. In onze grote organisatie ligt het mij gevoelig dat het er niet om gaat hoe je het naar je zin hebt of hoe gemotiveerd en fit je bent. Nee, het poppetje van je wordt slechts als nummer geteld in de bezetting. Daarnaast wordt er verwacht dat je in je rol schikt, je kleurt binnen de lijntjes en vooral let op je pauze. In de koers is het eten en drinken terwijl de benen de pedalen ronddraaien. Ook met een (rug)nummer, maar dan eentje die de belangrijkheid van de naam aanduidt zoals de kopman van de ploeg altijd eindigt op een één, 21, 31 etc etc. Ook op de Grading draaien de lijnen vol door, die stoppen niet voor een pauze. Allert en nooit afwezig nuttigen wij onze natjes en droogjes alsof het koers is die op niks of niemand wacht en altijd doorgaat. 

Vol continu. Vanwaar dan een discussie over pauze? Een renner die goed oogt en niet met een al te vertrokken gezicht een heerlijk ritme draait heeft zijn proces/de koers onder controle en kan dan meedoen op het hoogste niveau. Zo mag, of moet, je er van uitgaan dat een ploeg die de Grading leidt en rustig in overleg is, het helemaal voor elkaar heeft een goed rendement te draaien. Fijn gezegd, dan gaat het goed! Als er volle bak gereden moet worden met het zweet tussen de bilnaat is er hommeles. Foute boel. Dan is er niet eens tijd voor pauze, dan is het afzien.

Storing hier, een vastloper daar of ongeschikte grondstof met afkeuringen wat changes of plans betekent. Een renner die gemakkelijk op zijn fiets zit zie je niet aan af dat het wel degelijk moeite kost om goed in positie te blijven. Op de Grading lijkt het ook allemaal zo makkelijk te gaan, maar in het hoofd draaien de radertjes continu om het proces zo soepel mogelijk te laten vlotten. Een renner is altijd waaks voor gevaar, aanvallen en weersinvloeden. De koers lezen en aanvoelen hoe die zich zal ontwikkelen is een kunst, een gave, een uitdaging. De Grading wordt geregiseerd door piloten die talent hebben voor het combineren van planning, besturing en fysieke inspanningen in een snelle besluitvormige acciradius. Terwijl het voor velen die het aanschouwen in vaak een vluchtige blik een heuse wandeletappe lijkt. De Grading is een labyrint van ontzettend veel aspecten  in een wirwar van grondstofstromen, transport en logistiek, een bonte verzameling getallen en gegevens en een machinepark van hier tot ginter. In feite een groot circus die zwaar onderschat en heel erg ondergewaardeerd wordt door hun ploegleiders en nog meer door het management in hun ivoren torens ver  van de arena waarin het moet gebeuren om de doelen te bereiken die we willen scoren. Het gevoel bekruipt me vaak dat we niet serieus genomen worden in alles wat we op ons bordje gelegd krijgen, juist omdat het niet gezien wil worden wat we daadwerkelijk doen. 

Dat steekt nogal eens. Zoals eigenlijk niet door een renner is uit te leggen wat er allemaal passeert op weg in een Grote Ronde. Dat moet je ondergaan om het te voelen, te begrijpen en vooral te waarderen. Veel ballen die hoog gehouden moeten worden...Vaak met kunst en vliegwerk, snel handelen en veel te combineren. Stoïcijns. Je kunt een etappe loodzwaar maken. Leuk om achter het bureau op papier uit te tekenen. In praktijk zal de koers wellicht minder aantrekkelijk zijn, omdat er zuiniger met de krachten omgegaan zal worden, omdat het gewoon teveel kan zijn met het oog op de vele etappes die volgen. Je kunt meer en meer blijven tassen op de ene schouder van een ploegmaat op de Grading uit nieuwe managementstrategiën, dan zal er van de andere schouder vanzelf iets afvallen. De ploegbezetting is namelijk minimaal, het moet ook leuk blijven om te blijven koersen en niet altijd achter de feiten aan te moeten jagen met een over de kling gejaagde hartslag. 

Dat houdt niemand vol, zelfs de best getrainde topsporter niet. Rust kan ook als gouden medaille ingezet worden. Als beloning is er echter vaak discussie over pauzes waarin notabene boorolie uit de koffieautomaat aangeboden wordt. Heb ik (weer) iets om de grond in te boren? Welnee. De Grading is een plek die voor mij geknipt is. Over smaak van koffie valt niet te twisten. Over ploegentactiek en toekomstvisie wel. Ik zal mijn plek met hand en tand verdedigen, als kopman, als nestor. Mag ik, na bijna 25 jaar...!? Mijn huidige ploeg op de Grading is de beste in 25 jaar Lamb Weston, al hebben we een zeer belangrijke pion moeten afstaan. We rammelen door. Waardeloze koffie of niet. Boorolie is een begrip in mijn team zoals we veel onze eigen taal spreken met veel uitspraken die tegeltjes verdienen waarmee we onderhand het hele keurlokaal mee kunnen behangen. Een ruimte als een prijzenkast. We denderen door richting finale in mijn Grote Ronde 25 jarig jubileum om met een gigantische troffee de bekerkast nog verder te verrijken. Kop over kop. We gaan 'm pakken die cup met de grote oren. In ons uitgebalanceerde clubje waar geen maat op staat. Daar gaat niets of niemand nog een stok voor in de wielen steken. Ik lurk aan mijn bidon terwijl ik kracht pats op de Bianchi, geen tijd voor rust, het is koers. Gewoon gevuld met dorstlessend fris water en geen ander niet te zuipen zoete troep. 

Zoals op de Grading we verlangen naar echte (doorloop)koffie. Al die andere, overigens goed bedoelde, varianten als cappuccino, Wiener melange of espress choc nuttig je beter in koffieland Italië, relaxed doch Mediterraan temperamentvol. Vaderlandse koffie, en dus géén automaten boorolie, volgens oud moeders recept: arbeidsvitamine nummer één! Voor ieder moment van de werkdag...dat is onze waardering!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Meest gelezen blogs